×

:

Not a valid Time
Dit is een verplicht veld.

Heeft paardenvoer invloed op OCD?

Heeft paardenvoer invloed op OCD?

De afkorting OCD staat voor osteochondrose dissecans en is een gewrichtsaandoening die het meest voorkomt in het spronggewricht, de knie en de kogel van een paard. Bij warmbloedpaarden, volbloeden en dravers komt OCD veel vaker voor dan bij kleine en sobere ponyrassen. Dit is voor een deel te verklaren door een bepaalde erfelijke aanleg bij de warmbloedpaarden, maar er lijken ook andere factoren een belangrijke rol te spelen in het ontstaan van OCD. Hieronder lees je er meer over.

Wat houdt OCD in?

In feite houdt osteochondrose (OC) in dat de ontwikkeling van een gewricht bij een veulen of jong paard niet helemaal goed verloopt. De aandoening ontstaat dan ook altijd al tijdens het eerste levensjaar van een paard.

Het vormen van botten en gewrichten start in de baarmoeder met de ontwikkeling van het skelet in de vorm van nog relatief zacht en flexibel kraakbeen. Het grootste deel daarvan verandert in de eerste 12 tot 18 maanden van een paardenleven in stevig bot, een groeiproces wat ‘verbening’ heet.

Het probleem bij osteonchondrose is dat de zogenoemde verbening van het kraakbeen te ver door blijft gaan in een gewricht. Bepaalde delen van gewrichten blijven normaal gesproken uit kraakbeen bestaan voor de flexibiliteit. Is er sprake van OC, dan ontstaan er in het gewrichtskraakbeen toch een aantal harde, verbeende delen. Vaak liggen die deeltjes als kleine onregelmatigheid ergens tussen het kraakbeen in.

Pas als die harde botdeeltjes compleet los komen te liggen van het kraakbeen, dan spreek je van osteonchondrose dissecans (OCD). De toevoeging dissecans aan osteochondrose is Latijn en betekent ‘loslating’. De losse botdeeltjes worden meestal omschreven als ‘chip’.

Hebben paarden altijd pijn bij OCD?

In alle gevallen van osteochondrose hebben paarden één of meerdere onregelmatigheden in de botstructuur van een gewricht. Vaak vormt er zich in het geval van OC en OCD ook vrij veel vocht in het gewricht. Je herkent dit aan een relatief dik en met vocht ‘overvuld’ gewricht. Bij de sprong heet dit fenomeen ‘bolspat’ en in de knie noem je het ‘mouw’.

Paarden zijn daar zeker niet altijd meteen kreupel van. Toch verhoogt vooral de aanwezigheid van losse chips bij een paard ouder dan 2 jaar wel het risico op problemen op latere leeftijd. Een botdeeltje kan bijvoorbeeld later alsnog gaan ‘zweven’. Dat brengt vaak wel beschadiging en pijn in het gewricht met zich mee.

Ziet een dierenarts losse deeltjes op een röntgenfoto tijdens bijvoorbeeld een keuring? Dan worden die deeltjes vaak uit voorzorg verwijderd door middel van een kijkoperatie.

Hoe ontstaat OCD?

Het enige dat echt vaststaat is dat OCD zich altijd ontwikkelt bij jonge paarden en dan met name bij warmbloedpaarden en in het eerste levensjaar van een paard. Het lijkt ook een aandoening die in de laatste tientallen jaren veel vaker voorkomt dan daarvoor. Er zijn diverse onderzoeken naar de oorzaken gedaan en daaruit zijn de volgende risicofactoren voor OCD naar boven gekomen:

  • Erfelijke aanleg
  • Te snelle (bot)groei
  • Te weinig beweging
  • Te koolhydraatrijk voer

Kun je OCD voorkomen?

Als je de bovenstaande vier risicofactoren op het ontwikkelen van OCD bekijkt, dan zijn er zeker in de opfok en veulentijd mogelijkheden om het risico op ontstaan van OCD te verminderen. Met voldoende beweging (het liefst 24 uur per dag weidegang) en passende voeding kom je op grond van de risicofactoren een heel eind. 

De juiste voedingsstoffen in de juiste verhoudingen aan veulens en paarden in opfok geven voorkomt een te snelle (bot)groei. Het meest verstandige is het al vanaf de dracht tot en met de eerste 2 levensjaren geven van speciaal voor jonge paarden ontwikkelt voer. Daarin zijn de verhoudingen tussen koolhydraten en andere voedingsstoffen zoals koper perfect op elkaar afgestemd. Voldoende koper in het voer van merrie en veulen is belangrijk voor botontwikkeling en -groei. Zodra het veulen  geboren is krijgt het geen koper meer binnen via de merrie, omdat er geen koper in merriemelk zit. Juist daarom is het belangrijk dat een veulen al snel na de geboorte speciale veulenbrokken met koper krijgt. 

Zit er onvoldoende koper in het rantsoen? Dan verloopt het herstel van kraakbeenbeschadigingen moeizaam, wat de kans op het ontstaan van OCD vergroot. Let er daarom al tijdens de dracht en tijdens het zogen op dat een veulen voldoende voedingsstoffen die OCD zoveel mogelijk kunnen voorkomen binnenkrijgt. Zeker in het geval van snelgroeiende rassen zoals een KWPN’er of een Westfaler. Denk hiervoor aan voer zoals de Masters Merriebrok, de Subli Veulenbrok en de Voermeesters Opfokbrok.

Neem voor meer specifieke informatie over welk type voer het meest geschikt is voor jouw eigen situatie vrijblijvend contact op met één van de specialisten van onze klantenservice. Zij weten wat er speelt in de markt en hebben veel ervaring met het voeren van drachtige merries, veulens en jonge paarden. Goed en deskundig advies brengt je paard in de toekomst altijd verder.