Je paarden van stal naar wei: bouw het buitenseizoen rustig op

De temperaturen lopen op, de dagen worden langer. Niet alleen wij hebben daar naar uitgekeken. Nu het gras groen wordt, staan de paarden te trappelen om na een lange winter op stal weer de wei op te gaan. Het buitenseizoen is begonnen!

“Hoezeer wij en de paarden ook uitkijken naar het weideseizoen, je kunt je paarden niet ineens 24/7 in het (voorjaars)gras zetten”, stelt Wendy Warmerdam, voedingsdeskundige bij Voermeesters. “Paarden krijgen als ze grotendeels op stal staan hele andere voedingsstoffen binnen dan wanneer ze in de wei lopen. Zo aan het eind van de stalperiode krijgen ze de laatste partijen ruwvoer; die bevatten over het algemeen weinig voedingsstoffen. Van dit arme ruwvoer naar het sappige en rijke gras is een grote overgang.”

Voedingsstoffen in het gras

De voedingsstoffen in gras variëren toch al enorm gedurende de totale groei, en ook binnen een tijdspanne van 24 uur wisselt de samenstelling van de voedingsstoffen. Die is namelijk afhankelijk van zoveel factoren! Aantal zonuren, temperatuur, de hoeveelheid regen, de voedingsstoffen die nog in de bodem zitten, de bemesting… “Dat maakt dat het behoorlijk ingewikkeld is om vast te stellen hoe het met de voedingsstoffen in het gras gesteld is”, aldus Wendy.

Paardengras

“Voor het beste ‘paardengras’ zou je vóór het weideseizoen begint een bodemonderzoek kunnen doen. Daar kun je dan de bemesting op aanpassen. Er bestaan speciale graszaadmengsels voor de paardenweide, waardoor je beter (= voedzamer) gras krijgt voor je paarden. Gras dat bij uitstek geschikt is voor paarden.”

Suikers in het gras

Eén ding is zeker als je het hebt over gras: bij lage temperaturen ’s nachts worden er geen suikers verbruikt en is de hoeveelheid suikers in het gras ’s ochtends erg hoog. Wendy: “Als het koud geweest is ’s nachts - en zeker bij nachtvorst – kun je je paarden het best in de ochtend nog binnen houden, zodat het gras de tijd heeft om bij te komen. Als we het hebben over paarden die in de wei staan, dan bedoel ik eigenlijk gezonde paarden. Paarden met insulineresistentie zet je het beste helemaal niet in het rijke gras.”

Weidegang paard opbouwen

“Wacht met het buiten zetten van de paarden totdat het middag is en geef ze het liefst voordat ze de wei op gaan een portie hooi”, adviseert Wendy. “Ze hebben dan in elk geval al wat maagvulling en doen zich niet meteen tegoed aan dat heerlijke sappige en suikerrijke gras. Laat ze de eerste weken ook niet te lang grazen. Begin met een uurtje en bouw dat langzaam op.”

Koliekerig

Staan de paarden in één keer lange tijd achtereen op de wei, dan kan dat gevolgen hebben voor de toch al gevoelige paardenmaag. Gras is ruwvoer en dat is goed voor de maag. De enzymproductie in de dunne darm zal zich moeten aanpassen aan de darmflora in de dikke darm. “We weten allemaal dat een paard om het minste of geringste koliek kan krijgen, al verschilt dat per paard. Krijgt je paard ineens heel ander voer – lees: van droog ruwvoer naar sappig voorjaarsgras – dan raakt de darmflora ontregeld. Dunne mest of juist verstopping kan het gevolg zijn.”

Fructaangehalte

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft een paard wel suiker nodig, voor de hersenen, ook sobere rassen. Teveel suiker/fructaan is echter slecht voor je paard. Het verschil tussen suiker en fructaan is de manier waarop het wordt verteerd. Fructaan wordt door bacteriën in de dikke darm afgebroken, waarbij melkzuur gevormd wordt. Dit melkzuur zorgt voor een verzuring van de darm, waar bepaalde bacteriën niet tegen kunnen. Deze sterven af, waarbij gifstoffen vrijkomen die door het bloed opgenomen worden en hoefbevangenheid tot gevolg kunnen hebben. Verzuring van de dikke darm kan ook leiden tot koliek en diarree.

Insulineresistentie

Suiker wordt vanuit de dunne darm in het bloed opgenomen en laat de suikerspiegel stijgen, waarna insuline wordt afgegeven. De insuline zorgt ervoor dat suiker vanuit het bloed opgenomen kan worden in cellen en weefsels, waarna de bloedsuikerspiegel weer daalt. Bij paarden met insulineresistentie reageert de afgifte van insuline niet normaal op de hoeveelheid suiker in het bloed. Dit maakt paarden met IR gevoeliger voor hoefbevangenheid.

Oog voor je paard

“Ik zeg altijd, en ook weer in dit geval: kijk naar je paard!”, is Wendy’s devies. “Je merkt het al snel als hij te dik wordt. Dan kun je meer arbeid aanbieden en het voerrantsoen aanpassen. Het is lastig om te meten hoeveel gras je paard binnenkrijgt, maar met strookbegrazing beperk je de grasinname van je paard. Tegelijkertijd zet je een al begraasd stukje af, zodat dat gedeelte kan bijgroeien.”

Balans

Je kunt ook je paard minder (lang) buiten zetten en wachten tot het gras stengeliger is geworden. Heb je bijvoorbeeld in de winter een sportbrok gevoerd, dan kan het zijn dat je paard in het weideseizoen voldoende heeft aan een basisbrok. En voer je normaal gesproken een basisbrok, dan heeft hij in de zomer genoeg aan een balancer.

Paardenvoer met weinig suiker en zetmeel

Voermeesters Rust & Herstel
Speciaal voor paarden met overgewicht ter ondersteuning tijdens het afvallen is er Voermeesters Rust & Herstel, met veel vitaminen, mineralen en sporenelementen. Het is brok met een lage energiewaarde, een laag zetmeel- en suikergehalte en een hoog eiwitgehalte. Daardoor is deze brok ook geschikt voor paarden en pony's die herstellen van een operatie of die een blessure hebben waarbij boxrust is geadviseerd.

Subli Dieetmix
Ook Subli Dieetmix zorgt voor meer vezels en ruwe celstof en bevat geen granen en graanbijproducten of melasse. Het suiker- en zetmeelgehalte zijn hierdoor extreem laag. Het ruwvezelgehalte is zeer hoog, evenals het gehalte aan vitaminen, mineralen en sporenelementen. 

Als je je bewust bent van de risico’s die de overgang van stal naar wei met zich meebrengen, is het buitenseizoen prachtig. Dan is het net als voor de paarden, ook voor jou genieten als de paarden weer tevreden staan te grazen.